FAQ

Ten eerste moet een stalen mal die tienduizenden gietstukken snel achter elkaar kan produceren in ten minste twee secties worden gemaakt om het verwijderen van gietstukken mogelijk te maken. Deze secties zijn stevig in een machine gemonteerd en zijn zo gerangschikt dat de ene stationair is (vaste matrijshelft) en de andere beweegbaar is (injectormatrijshelft). Om de gietcyclus te beginnen, worden de twee matrijshelften stevig tegen elkaar geklemd door de spuitgietmachine. Gesmolten metaal wordt in de matrijsholte geïnjecteerd waar het snel stolt. De matrijshelften worden uit elkaar getrokken en het gietstuk wordt uitgeworpen. Matrijzen voor spuitgieten kunnen eenvoudig of complex zijn, met beweegbare schuiven, kernen of andere secties, afhankelijk van de complexiteit van het gieten.

De volledige cyclus van het spuitgietproces is verreweg de snelste die bekend is voor het produceren van nauwkeurige non-ferro metalen onderdelen. Dit staat in schril contrast met zandgieten, waarbij voor elk gietstuk een nieuwe zandvorm nodig is. Hoewel het permanente vormproces ijzer- of staalvormen gebruikt in plaats van zand, is het aanzienlijk langzamer en niet zo nauwkeurig als spuitgieten.